Een van de eerste vragen die je natuurlijk te binnen schiet als je leest over alle voordelen van kweekvlees is logischerwijs: Maar waar blijft kweekvlees dan?
Onze prognose is dat we in 2025 consumptief kweekvlees eten in Nederland. Kweekvlees dat op alle vlakken kan concurreren met traditioneel vlees. Betaalbaar kweekvlees dat qua smaak en beleving niet zal onderdoen voor vlees zoals we dat nu kennen.
In Singapore is kweekvlees zelfs al op kleine schaal te koop. In de Verenigde Staten, Israël en op sommige plekken in Azië kan zomaar in 2023 goedkeuring verleend worden om kweekvlees te vermarkten.

Voor Europa is het helaas nog even geduld hebben. De verwachting is dat het Nederlandse kweekvleesbedrijf Mosa Meat als eerste een voorstel tot goedkeuring in gaat dienen. Deze indiening bij de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) wordt begin 2023 verwacht.
Jammer genoeg zal de procedure tot goedkeuring gezien zijn complexiteit wel enige tijd in beslag nemen. Mocht er prioriteit aan gegeven worden, zal het nog steeds ruim een jaar duren voordat er meer duidelijkheid is.
Door de jaren heen zijn al vele hordes genomen om het idee van kweekvlees (economisch) levensvatbaar te krijgen. Toch zijn er nog wel een aantal struikelblokken. Hindernissen die eerst genomen moeten worden voordat kweekvlees echt klaar is voor de wereldmarkt.
De belangrijkste technische vraagstukken centreren zich vooral rond het groeimedium en de bioreactoren. Het groeimedium moet kortweg veel goedkoper, en de bioreactoren waarin het kweekvlees wordt ‘gebrouwen’ moeten groter.
Is kweekvlees de toekomst?
Kweekvlees kàn een grote rol gaan spelen in de verduurzaming van ons voedselsysteem. Maar bij de ontwikkeling van kweekvlees spelen niet alleen (bio)technische vraagstukken waarmee verschillende wetenschappers zich door de jaren heen geconfronteerd zagen een rol. De ontwikkeling van volledig ‘schoon vlees’ is afhankelijk van nog vele andere maatschappelijke factoren.

Economische, wettelijke en politiek/ethische kwesties zullen het verdere tempo van de ontwikkelingen rond kweekvlees en de toegang ervan op de (Europese) consumentenmarkt bepalen. De vele verschillende belangen kunnen wellicht roet in het eten kunnen gooien. Toch lijken veel overheden inmiddels doordrongen van het feit dat kweekvlees een nuttige bijdrage kan leveren.
Wat kwesties op een rij:
- Economische kostenplaatje groeimedium
- Wettelijke belemmeringen
- Politiek/ethische overwegingen
In 2013 presenteerde hoogleraar vasculaire fysiologie Mark Post de eerste kweekburger. Op het moment van de presentatie was de kweekburger met een prijskaartje van 250.000 euro, zelfs voor de fanatieke fijnproevers onder ons, nog aan de dure kant.
Inmiddels is kweekvlees al stukken betaalbaarder, en deze trend zet zich voort. De schaalbaarheid in de productie, als gevolg van een verbeterd ontwikkelingsproces, meer efficiëntie en een aantrekkende marktvraag zullen de prijs van kwekvlees steeds verder doen dalen.
Eind 2018 sprak voedseltechnoloog Peter Verstrate, die in 2015 samen met eerdergenoemde Mark Post kweekvleesbedrijf Mosa Meat oprichtte, al uit dat er geen fundamentele technische drempels meer waren om kweekvlees te produceren. Buiten regelgeving bepaalt slechts de schaalbaarheid binnen de industrie de tijd waarop en de mate waarin het kweekvlees beschikbaar komt.
Mosa Meat denkt binnenkort een kweekvleesburger van 10 tot 15 euro te kunnen maken. De volgende stap is om dit tegen een kostprijs van slechts drie euro te kunnen doen. Uiteindelijk moet een kweekvleesburger zelfs goedkoper worden dan een traditionele hamburger.
Deze prijsdaling is dus erg afhankelijk van schaalvergroting en van een daling in de prijs van de grondstoffen waarmee men kweekvlees maakt. Twee nog te nemen hordes die als communicerende vaten met elkaar in verbinding staan. Om de opschaling te vereenvoudigen helpt het dat de prijs van de grondstoffen voor productie daalt, terwijl de prijs van de grondstoffen zal dalen bij een aanzienlijke schaalvergroting.
De verwachting is dat de kosten van de grondstoffen, die nu nog uit de farmaceutische industrie komen, dalen indien deze uit de voedselindustrie kunnen worden gehaald. Hoe dit zit? Aminozuren, eiwitten, vitamines en mineralen, de bouwstenen die nodig zijn om het vlees te kweken, hoeven gezien hun toepassing niet van dezelfde zuiverheidsgraad te zijn als in de farmaceutische industrie.
In de farmaceutische industrie moeten deze stoffen gezien hun delicate toepassing op kleine schaal, vaak worden ze direct in de bloedbaan geïnjecteerd bij een patiënt, van een extreem hoog zuiverheidsniveau zijn. Bij de toepassing van dezelfde stoffen als ingrediënten bij het maken van voedsel, dus ook bij de productie van kweekvlees, is dit minder hard nodig is.
Het lagere zuiverheidsniveau van de stoffen in combinatie met een toepassing op veel grotere schaal zoals in de voedselindustrie, zal ervoor zorgen dat deze ingrediënten veel goedkoper in productie worden. Inmiddels zijn meerdere producenten al met dit proces bezig, aldus Mark Post in de BNR Nieuwsradio podcast Voeding van Morgen.
Maar naast (niet fundamentele?) technische en economische factoren spelen dus ook wettelijke beperkingen en politieke overwegingen nog een rol bij de intreding van het gecultiveerde vlees. Volgens Europese regelgeving valt kweekvlees namelijk onder de novel food verordening. Een verordening die bepaalt dat producten die onder deze regelgeving vallen eerst een uitgebreid veiligheidsonderzoek moeten ondergaan. Pas na goedkeuring van de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) en de instemming van de lidstaten kan groen licht volgen voor daadwerkelijke introductie op de markt.
Halverwege 2022 is er in Europa nog geen concreet productievoorstel ingediend. Inmiddels zijn de gesprekken tot toelating van kweekvlees wel geopend, zo blijkt uit een interview met Mosa Meat-CEO Maarten Bosch op het ondernemersplatform Sprout. De verwachting is dus dat Mosa meat in het laatste kwartaal van 2022 of begin 2023 een concreet voorstel indient bij de EFSA.
Ook binnen de Nederlandse politiek is het debat begin 2020 in de Tweede Kamer over kweekvlees geopend. Men is overwegend enthousiast over de positieve effecten die het kan hebben op dierenwelzijn en milieu. Wel moeten we waken voor nieuw dierenleed en, zo is de heersende mening, mag de ethische grens van genetische inmenging binnen het proces niet overschreden worden.
Het bezwaar over nieuw dierenleed komt van CDA-Kamerlid Von Martels. Hij stipt aan dat sommige bedrijven voor de voeding van de stamcellen nog met een bloedserum van ongeboren kalfjes werken. Ondertussen is serum van ongeboren kalfjes overigens helemaal niet meer nodig. Verschillende kweekvleesbedrijven zijn er al in geslaagd om dit kalfsserum te vervangen door plantaardige eiwitten gemaakt uit gist. Daarnaast hoeft van genetische inmenging zoals gezegd ook geen sprake te zijn bij de ontwikkeling van kweekvlees.
Vooral voornoemde factoren tezamen leiden ertoe dat de ontwikkeling van kweekvlees intussen al meer dan 20 jaren voortduurt. Toch zijn de ontwikkelingen inmiddels steeds meer in een stroomversnelling geraakt. Meer en meer bedrijven houden zich bezig met het kweken van vlees. En daarnaast lijkt ook de maatschappij er steeds meer klaar voor.
De aandacht binnen de Tweede Kamer heeft er inmiddels aan bijgedragen dat kweekvlees wordt meegenomen in het eiwittransitieplan van de rijksoverheid. In het eiwittransitieplan bekijkt men hoe we een collectieve voedselovergang kunnen bewerkstelligen, waarin we anders gaan produceren en consumeren. Hiermee doelt men op een overgang van voornamelijk dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten, omdat een systeem met voornamelijk dierlijke eiwitconsumptie niet langer meer houdbaar is.
Na het debat is het betrekkelijk stil gebleven binnen de politiek over het onderwerp kweekvlees. Maar in maart 2022 kwam er goed nieuws dat kweekvlees in Nederland een stukje dichterbij brengt.
De Tweede Kamer gaat een motie van D66 en de VVD aannemen die het proeven van kweekvlees mogelijk maakt. Dit besluit gaat ongetwijfeld bijdragen aan de acceptatie van kweekvlees bij de consument.
In oktober 2022 heeft de Nederlandse overheid zelfs bevestigd dat het €60 miljoen aan investeringen uittrekt voor de ondersteuning van een ecosysteem rond cellulaire agricultuur. Het zogeheten Groeiplan zal onder de coördinatie van het CAN (Cellulaire Agricultuur Nederland) plaatsvinden, in samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Voor de indiening van het toelatingsvoorstel bij de EFSA zijn de Europese kweekvleesbedrijven, met Mosa Meat voorop, aan zet. Daarna is woord vooral aan de Europese wetgever.
Aanbevolen blog bij dit onderwerp lezen? Bekijk dan: Kweekvlees hoeft zowel mens als dier geen rib uit het lijf te kosten.
De informatie op onze website mag gedeeld en gebruikt worden. Vergeet je alleen niet om er een linkje naar onze website in te zetten!